Bestaanszekerheid

In de politiek is het gebruik dat er woorden opduiken die in korte tijd door iedere politicus in de mond worden genomen en die, na een levensduur van een paar maanden, weer worden vervangen door ‘nieuwe woorden’. Die stroom van nieuwe woorden moeten we natuurlijk niet verwarren met nieuwe politiek, want ondanks al het rumoer is een werkelijke politieke vernieuwing, die broodnodig is, nog volledig buiten beeld.

‘Bestaanszekerheid’ is zo’n woord dat in de politieke waan van de dag circuleert. Nu het woord in het regeerprogramma is opgenomen, kunnen we er op rekenen dat het woord over het hoogtepunt van zijn levenscyclus heen is en aan zijn terugtocht begonnen is.

Bestaanszekerheid is een toestand die elk mens toekomt. Het is de toestand waarin de mens niet gebukt hoeft te gaan onder de zorg voor zijn materiële bestaan. Bestaanszekerheid voor elk mens zal echter pas gerealiseerd worden, wanneer we de economie hebben omgevormd tot een economie waarin niet het eigenbelang maar een hoger, gemeenschappelijk belang centraal staat.

De gedachte daaronder is eenvoudig te doorzien: als we aan dit gemeenschappelijk belang werken komt niemand iets tekort. Het kale streven naar eigenbelang dat de huidige economie overwoekert, wordt een halt toegeroepen door een eind te maken aan de situatie dat bedrijven privébezit kunnen zijn. Om een onderneming tot bloei te brengen is goed ondernemerschap en vruchtbaar samenwerken een voorwaarde - en dat kan heel goed zonder dat een bedrijf privébezit is.

En áls het dan zo is, dat elk mens  vrij is van de zorg om zijn materiële bestaan (dus: fatsoenlijk gehuisvest is, zich kan voeden, kleden enzovoort) kan het echte werk beginnen. Dan verkeert ieder van ons in de situatie dat hij (zij) actief betrokken kan zijn in en bij wat we in de sociale driegeleding het ‘geestesleven’ noemen (onderwijs, kunst, cultuur, levensbeschouwing, wetenschap enz.) én als mondig burger kan deelnemen aan het formuleren en vormen van rechten en plichten, wetten en regels.

Soms (vaak) verdient het aanbeveling goed na te denken over de woorden die we horen of gebruiken.

(jh)