De dingen en hun naam

Hoe vaak gebeurt het niet in het klein; in het dagelijks leven: iemand zegt of doet iets, je weet dat het niet klopt, maar… je laat het maar zo.

Uit vriendelijkheid, om de sfeer niet te bederven, omdat het sop de kool niet waard is, omdat de ander er zo van overtuigd lijkt dat het nog een heel gedoe zal zijn om hem zijn vergissing te laten inzien, omdat je ‘zoiets’ toch niet doet, omdat het beter is beleefd te blijven, omdat het nu eenmaal de gewoonte is, omdat de ander er toch niks slechts mee bedoelt, omdat er geen tijd voor is, omdat je er de moed niet voor hebt, omdat het toch eigenlijk ook niets uitmaakt, omdat,…

U kent dat wel.

Iets dergelijks moet ook haast wel spelen in het groot. Heel massaal, heel diep, de hele tijd.
Ik doel op het verschijnsel dat de wereld in de laatste jaren in alle opzichten en in hoog tempo steeds grimmiger en kwaadaardiger wordt, steeds minder een plek is waar je zou willen zijn als je het voor het zeggen had, - en dat niemand de dingen bij hun naam noemt.

De dingen en hun naam.
Een oorlog wordt gevoerd - om vrijheid en democratie te brengen.
Het terrorisme wordt wereldwijd bestreden - door een systeem van dwang en controle op te leggen.
De Europese samenwerking doet een stap vooruit - in de richting van een grondwet die 100 jaar geleden door geen enkele Europese staat geaccepteerd zou worden.

Wie noemt de dingen bij hun naam en zegt ons dat we in een unieke periode in de geschiedenis verkeren. Een fase waarin de ruimte tot individuele vrijheid wordt omgebogen in overlevingsdrang en de behoefte aan verdoving; waarin onmondigheid, dwang en wantrouwen het recht marginaliseren en waarin de mens zelf object van de verrijking van anderen wordt? De omgekeerde driegeleding is hier!

Deze fase is uniek. Enerzijds omdat we ons ten dele niet vooruit maar achteruit ontwikkelen. Anderzijds omdat de leugen en de ongenaakbare zucht naar macht en beheersing nog nooit eerder zo openlijk en alomtegenwoordig werkzaam waren.

Je zou verbaasd kunnen zijn dat niemand er iets van zegt. Maar ja,… hoe vaak gebeurt het niet…?

Oorspronkelijk gepubliceerd: Driegonaal, jrg.26, nr.4