De toekomst van de banken
Hoe ziet u de toekomst van de banken?
Christopher Houghton Budd: Dat is in wezen heel eenvoudig. Zo ongeveer in de Renaissance werden banken opgericht als op zichzelf staande instituties. Vervolgens ontstond het banksysteem, waarbinnen banken collectief gingen opereren. Tegenwoordig is het systeem vervangen door een proces maar dit proces zou in het bewustzijn van ieder individu moeten leven.
Hoe meer we onze ‘geletterdheid’ op financieel gebied ontwikkelen en hoe meer we onze directe verantwoordelijkheid nemen voor zaken als inflatie, prijsvoering enzovoort, des te meer gaan we ons als (mede)scheppers van het economische en monetaire reilen en zeilen ervaren en des te minder zullen externe autoriteiten dan een rol spelen. Zelfs nu hoeven ze geen rol te spelen; die hebben ze nu wel omdat het bewustzijn ontbreekt, deels omdat externe instituties deze bewustzijnsontwikkeling verhinderen of omdat men afgezien heeft van de verantwoordelijkheid tot handelen die een dergelijk bewustzijn veronderstelt. Zo is de deur van het economisch leven als het ware wagenwijd opengezet voor de staat. Hoe minder we in onze eigen individuele economische verantwoordelijkheid staan in een tijd waarin we wel degelijk in staat zijn om dat te doen - en dat is nu - des te meer laat de staat zich gelden.
Praktisch gesproken zouden in een wereldeconomie, die associatief wordt geordend en een eigen vorm van bestuur heeft, de associaties alle externe financiële organisaties vervangen of hun rol en taak radicaal transformeren. Bijvoorbeeld, als banken zouden blijven voortbestaan dan zou dat zijn in een rol van veredelde boekhouders, financiële adviseurs en aanbieders die voor hun afzonderlijke diensten zouden worden beloond en niet als organisaties die hun geld verdienen aan het in eigendom nemen van fondsen die strikt genomen slechts onder hun beheer zijn en die hun inkomen betrekken uit het afromen van deze fondsen.