Echt economisch

Een economie die écht economisch te werk gaat?

Die richt zich naar de behoeften van de consument – en niet naar die van financiers of aandeelhouders. Die gaat zorgvuldig (spaarzaam en behoedzaam) om met grondstoffen, met de aarde en met wat er op aarde leeft (bodem, planten, dieren). Die economie houdt dus rekening met de toekomst, met aardebewoners die volgen op de huidige.
Die echte economie is te herkennen aan de prijs die moet worden betaald voor hetgeen in de economie wordt voortgebracht. Die prijs moet zodanig zijn dat het bovenstaande praktijk is, én dat ieder die in de economie meewerkt op een menswaardige manier kan bestaan.
Om daar te komen moet de zeggenschap over (het aansturen van) alle economische activiteit worden losgekoppeld van het ‘eigenaarschap’. Eigenaar zijn (van kapitaal, van grond, van een bedrijf) is geen economische prestatie of kwalificatie. Een onderneming hoeft geen eigendom te zijn om deel uit te maken van deze echte economie. Ondernemers (en degenen die met hen meewerken) werken met grond of kapitaal (productiemiddelen). Daarvoor kunnen zij, als het bedrijfsresultaat dat toelaat, een gebruiksvergoeding afdragen. En als zij ophouden te werken gaan hun opvolgers daarmee verder. – Dat is, kort geschetst, écht economisch…  

(jh)