EU en sociale driegeleding
Een zone in de samenleving waar mensen zich ontwikkelen. Waar ze (van) elkaar leren. Waar ze elkaar stimuleren om een volgende stap te zetten. Zo zouden we het ‘geestesleven’ kunnen noemen.
Onderwijs, wetenschap, kunst, religie – dat zijn activiteiten die zich in de zone van het geestesleven afspelen. Alles dat zich hier afspeelt gedijt het best in vrijheid. Leerkrachten, onderzoekers of kunstenaars hebben vrijheid nodig om hun kwaliteit ten volle tot ontwikkeling te brengen en om, in hun concrete situatie, inzicht en inspiratie te kunnen volgen.
Inmenging van buiten deze zone is niet gewenst. De staat en het bedrijfsleven bevinden zich buiten de zone van het geestesleven. Zij hebben hun eigen taken en hoeven zich niet bezig te houden met het wat, hoe, wanneer en waarom (wat gebeurt er / hoe gebeurt het / wanneer gebeurt het / waarom gebeurt het) van het geestesleven.
Als we zien dat in het geestesleven vrijheid nodig is, kunnen we ook zien -of bedenken- dat het de taak van de staat is om deze vrijheid te bewaken. Wetten en regels dienen niet te bepalen wat er in het geestesleven gebeurt maar moeten er wel voor zorgen dat de vrijheid in dit gebied welig kan tieren. Uiteindelijk gaat het in dit gebied namelijk om het ontwikkelen van menselijke talenten en vaardigheden en om het vinden van een verbinding tussen het bestaan en de zin van het bestaan.
Het geestesleven is de broeikas voor individuele menselijke ontwikkeling en voor de vooruitgang van de mensheid, niet meer en niet minder.
In het gebied van de democratie, dat is het gebied waar mensen samen de staat vorm en inhoud geven, kunnen we er voor zorgen dat het klimaat in deze ‘broeikas’ optimaal, vrij, blijft. (We kunnen overigens beter zeggen: vrij wordt). Dat is, in de huidige situatie, een nationale en geen internationale, EU-aangelegenheid.
Een plant heeft zijn wortels in de aarde. Democratie begint bij ons, gewone mensen. Daarom zullen we zelf voor een vrij geestesleven moeten zorgen.