Geneesmiddelen die het niet doen
“Miljoenen Nederlanders slikken medicijnen die bij hen niet werken”, zo bericht de Volkskrant vandaag. Je zou er ziek van worden…
Behoort u tot de miljoenen mensen in Nederland die bloeddrukverlagers, antidepressiva, cholesterolverlagers, maagzuurremmers of meer van dat fraais slikken? Grote kans dat u er niets aan heeft.
Waarom niet?
Meestal omdat de diagnose niet goed gesteld is (u slikt een medicijn voor een klacht die u niet heeft) of omdat het middel bij u niet werkt (bijvoorbeeld omdat u niet behoort tot de groep mensen op wie de middelen getest zijn: meestal jonge mannen) en die kans neemt flink toe wanneer u vrouw, jong of oud bent.
Dit onnodig medicijngebruik kost jaarlijks honderden miljoenen.
Gevreesd moet ook worden dat middelen die wel worden geslikt maar niet helpen, toch nog wel iets dóen – bijvoorbeeld de gezondheid aantasten. We zien hun schaduw achteraf en indirect: in de tienduizenden gevallen van medicijnvergiftiging en in het ontstaan van nieuwe, of de verergering van bestaande klachten.
Door mijmerend ga je je afvragen hoe dit eigenlijk kan gebeuren.
Waarom worden zo vaak verkeerde diagnoses gesteld?
Waarom wordt de werking van geneesmiddelen zo eenzijdig getest?
Waarom blijft de patiënt de niet-werkende middelen gewoon slikken, hoe voelt hij zich en hoe gaat het met zijn gezondheid?
Waar is de huisarts?
Als die huisarts nou eens zó zou kunnen werken dat hij een paar minuten meer tijd voor je zou hebben, en dat zijn toch al geautomatiseerde patiëntenadministratie hem zou waarschuwen als je al wéér een herhalingsrecept vraagt…
En als die huisarts nou eens zó geschoold zou zijn dat zijn eerste insteek een heel individuele is, niet gericht op de klacht maar op de mens die met die klacht in de spreekkamer verschijnt?
Hoho, denkt u nu misschien, wat kost dat wel niet: een paar minuten meer tijd per consult én nog een betere opleiding ook?
Laat dat nou eens een paar honderd miljoen kosten…