Houvast voor de boer

Hóe een boer zijn beroep uitoefent: hij (zij) mag het zelf weten. Zijn opleiding, ervaring en kunde wijzen hem wel de weg - in samenspraak met degenen die zijn producten afnemen. En bij gebleken onbekwaamheid, houdt het snel op.
Vanuit de gemeenschap krijgt de boer wel een paar ‘directieven’ mee die het boerenbedrijf houvast geven:

- ieder die hij laat mee meewerken, ontvangt een inkomen dat een menswaardig bestaan waarborgt

- in het uitoefenen van zijn bedrijf richt de boer geen schade aan: niet aan mensen, dieren, planten, niet aan de aarde. Is het onmogelijk schade te voorkomen: dan moet die schade, als deel van de exploitatie van het bedrijf, worden gecompenseerd

- het inkomen van de boer zelf wordt jaarlijks, indien nodig, uit gemeenschapsmiddelen aangevuld, zodat ook de boer (en de zijnen) een menswaardig bestaan kunnen leiden

- het boerenbedrijf (grond en benodigde productiemiddelen) worden de boer, zonder vergoeding, ter beschikking gesteld maar zijn en worden geen privébezit; ze worden om niet overgedragen aan de opvolgende boer

- wat betreft ziekte, arbeidsongeschiktheid, oudedagsvoorziening e.d. komen de boer dezelfde rechten toe als die, die alle anderen hebben.

(jh)