Trump en de vermolmde democratie
De verkiezingsoverwinning van Donald Trump heeft ook in Nederland heel wat stof doen opwaaien. Weldenkend Nederland, althans degenen die zich daartoe scharen, ‘hadden het niet zien aankomen’ en zijn verbijsterd over wat zij zien als domheid of woede van de Amerikaanse kiezer.
Braaf wordt alom geroepen dat wij ook in Nederland niet zomaar voorbij kunnen gaan aan de beleving van honderdduizenden, zo niet miljoenen kiezers (of liever: kiesgerechtigden) die zich niet gehoord ‘voelen’ door ‘de politiek’.
Deze, en andere aan de overwinning van Trump gelinkte gedachten, inzichten of hersenspinsels, staan grotendeels in het teken van de aanname dat de verkiezing van Trump uitdrukking is van de wil om terug-in-de-tijd te bewegen en de toekomst op afstand te houden.
Terug naar de tijd dat de Amerikaanse industrie nog niet was vertrokken naar lagelonenlanden.
Terug naar de tijd dat Amerika nog niet te maken had met een permanente instroom van voornamelijk Mexicanen en andere bewoners van Midden- of Zuid-Amerika.
Terug naar een tijd waarin de kiezer het idee had dat zijn stem ertoe deed.
Maar… als het nou eens anders zou zijn?
Want zou de Amerikaanse kiezer er echt van overtuigd zijn dat zijn stem op Trump betekent dat er nu beter naar hem geluisterd wordt? Zou de Trump-kiezer werkelijk verwachten dat Trump zijn bonte stoet aan verkiezingsbeloften en - dreigementen gaat waar maken?
Misschien is het zo dat de positie en het perspectief van waaruit wij de overwinning van Trump bezien ondeugdelijk is en gekleurd door voorstellingen die niet heel veel verbinding hebben met de werkelijkheid.
Misschien ook, is het zo dat ‘de Amerikaanse kiezer’ (de Trump-stemmer incluis) niet zo dom is als wij menen. Waarom zou hij zo dom zijn, hoe weten dat hij redeloos is en waarover is hij dan wel zo ‘woedend’?
Wie wil denken over het sociale leven zal - gesteld dat het de bedoeling is dat dit denken de werkelijkheid raakt - in zijn overwegingen de sociologische basiswet moeten ‘meedenken’. Anders gezegd: hij zal zich terdege moeten realiseren dat de mens in steeds sterkere mate individu is en zijn leven op basis van zijn individuele ‘pakket’ aan oordelen, inzichten, gevoelens en voorkeuren wil inrichten.
Dat betekent dat al het geredeneer waarin mensen in groepen worden bijeengeveegd (Latino’s, vrouwen, woedende witte mannen, Afro-Amerikanen, …) niets anders is dan borrelpraat of geneuzel in de ivoren toren.
De ‘emancipatie van het individu’ (al in de 19e eeuw door Rudolf Steiner omschreven als de bodem waarop het moderne sociale leven zich afspeelt) brengt ook met zich mee dat de moderne mens niet aan de kant wil staan als er besluiten tot stand komen die zijn levenswerkelijkheid raken. Hij wil daarover meedenken, meepraten en mee besluiten.
Dat de moderne mens nauwelijks nog warm loopt voor de huidige democratische praktijk is niet zo gek. Je hoeft niet dom, redeloos of woedend te zijn om te ervaren hoe flinterdun de moderne democratische werkelijkheid is. De democratische structuren zoals we die sinds enkele eeuwen -in een deel van de wereld- hanteren, zijn achterhaald. De moderne mens is daaraan voorbij en ervaart dat zijn behoefte aan mondige participatie in de bestaande democratische structuren geen plaats vindt.
De verkiezing van Trump is het signaal dat de democratie een stap verder ontwikkeld moet worden. Daarnaar leeft een oprecht en diepgeworteld verlangen - in ieder individu. En het is van een absolute urgentie om de vermolmde democratische praktijk aan dit eigentijdse verlangen aan te passen.
Leve de vooruitgang!