Christopher Houghton Budd

Bloeien of verwelken - Rudolf Steiners bijdrage aan de economie

In 1922 gaf Rudolf Steiner een reeks lezingen over economie, waarvan het belang de wereld niet alleen grotendeels ontgaan is, maar die ook nauwelijks bekend is aan hen die anderszins goed op de hoogte zijn met Steiners wereldbeschouwing en zijn vele bijdrages aan het praktische leven. Wat is er met deze impuls gebeurd en wat is zijn toekomst?

Ik stel deze vraag deels uit zorg voor de economische omstandigheden waarmee de vele instituten die op Steiners werk gebaseerd zijn te maken hebben, maar meer nog uit zorg voor de economische ontwikkeling van de mensheid in zijn geheel. Want voor het economische leven geldt dat wij allemaal in hetzelfde schuitje zitten en dat de mensheid geen vormen van economie kan ondersteunen die niet alle mensen omvatten. De oplossing voor acute problemen is daarom afhankelijk van de oplossing van fundamentele problemen.

We kunnen geen nabij liggende economische problemen oplossen zonder ons tegelijkertijd met de grotere problemen bezig te houden. Ik bedoel niet dat men er op uit moet trekken om de hele wereld in één klap te veranderen, maar dat iemands daden representatief zouden moeten zijn voor het nagestreefde soort verandering. Anders gezegd: er is een grote behoefte aan uitvoerbare maatregelen die tot de metamorfose van het kapitalisme leiden. Wanneer dat niet gebeurt zal de menselijke gemeenschap steeds meer in het teken van de markteconomie komen. Rudolf Steiners doel als econoom was er juist op gericht dit te voorkomen.

De huidige ogenschijnlijke opkomst van de markteconomie en zijn "triomf" over het socialisme zou wel eens een illusie kunnen blijken te zijn. We moeten in ogenschouw nemen dat de verdeling van de wereld in twee kampen gedurende de twintigste eeuw de achtergrond en de context leverde voor de processen die hebben geculmineerd in de huidige opkomst van het paradigma van de markteconomie.

Bovendien vond deze ontwikkeling historisch gezien plaats precies vanaf de tijd dat Steiner sprak over de diepere betekenis van de problemen waarvoor de mensheid zich, in de vorm van het economische leven, geplaatst ziet. De economie heeft zich sindsdien precies tegengesteld ontwikkeld aan het door Steiner geschetste beeld van het economische leven. Hij waarschuwde dat de markteconomie, wanneer deze buiten zijn eigenlijke grenzen treedt, de menselijke gemeenschap zou verdelen. De marginalisering van groeiende aantallen mensen zoals vandaag de dag het geval is, de kloof tussen rijk en arm en de opkomst van drie met elkaar concurrerende handelsblokken - al deze dingen wijzen er op dat de markteconomie de menselijke gemeenschap verdeelt.

De metamorfose van het kapitalisme

Waarom verkrijgt de markteconomie een overwicht? Omdat er, zo wordt gezegd, "geen alternatief" is. Zowel de socialistische economie als de westerse staatseconomieën hebben bewezen niet levensvatbaar te zijn. De Sovjet-Unie ging bankroet en de westerse regeringen worden geconfronteerd met een groeiend onvermogen om aan hun verplichtingen te voldoen. Het gemeenschappelijke aan beide zijden is dat het niet levensvatbaar zijn van de staatseconomieën de opkomst van de markteconomie tot gevolg heeft. De economie heeft behoefte aan efficiency van opbrengsten, zoals de marktprincipes in praktijk brengen, maar we moeten wel helder zien wat volgens de marktprincipes nog meer "bij de koop is inbegrepen".

Het volstaat echter niet om te zeggen dat er geen alternatief is. We moeten vragen: "Waarom is het er niet?" En ons antwoord moet concreet zijn. In het licht van de totale ontwikkeling van de mensheid zijn het kapitalisme en het socialisme niet strijdig met elkaar. Ze delen hetzelfde economische fundament - een materialistisch concept dat alle waarde uit arbeid ziet ontstaan. Ze onderscheiden zich van elkaar in de toekenning van welvaart aan kapitalisten en arbeiders. Dat is echter een sociologisch, geen economisch verschil.

Het enig reële alternatief voor het kapitalisme is zijn metamorfose. En als er wordt gevraagd: "hoe moet dit begrepen worden en hoe moet het gerealiseerd worden", komt men tot het werk van Rudolf Steiner als econoom. Ik leid de aandacht niet op deze manier naar Steiner om sentimenteel te zijn of om hem op een ongerechtvaardigd voetstuk te plaatsen, maar om concreet te zijn. Hij ontwikkelde zijn economische ideeën vanuit een directe inschatting van de mondiale economische gebeurtenissen met bijzondere aandacht voor de relatie tussen kapitaal en arbeid en het probleem van een rechtvaardige verdeling van de welvaart.

Het kapitalisme is een fase in de geschiedenis die plaats moet, en ook zal maken voor een volgende fase. Het probleem is dat dit de mensheid in één van twee mogelijke richtingen kan leiden. We zullen ofwel komen tot een meer fysiek begrip van het economische leven en zodoende tot wat Marx noemde het historisch materialistische concept. Dit zal leiden tot een maatschappij waarin economische afwegingen het overwicht zullen hebben en menselijke betrekkingen zowel als het culturele leven door de economie geconditioneerd zullen worden. Ofwel we zullen ons perspectief "verbreden" zodat het culturele leven, het rechtsleven en het economische leven zich autonoom ontwikkelen.

De wereld lijdt sterk onder het feit dat het kapitalisme niet door een metamorfose wordt geleid. Het kapitalisme wordt tegengewerkt of hersteld, maar niet gemetamorfoseerd. De reden is dat diegenen die het door Steiner geïntroduceerde perspectief erkennen er niet in slagen het te realiseren. Dit is niet in uiterlijke zin bedoeld, maar wel in de zin dat, aan hen die begrepen hebben waarop Steiner de aandacht richtte, de mogelijkheid is verleend dit te verwerkelijken. Wanneer men deze mogelijkheid, om welke reden dan ook, niet aangrijpt, verhindert men de metamorfose van het kapitalisme; de enorme taak die Steiner in zijn economische lezingen aanduidt.

Omdat de economie een wilsweg is, kan deze alleen begaan worden door te doen. Het is een niet-contemplatief gebied waar het ethische en het praktische met elkaar verenigd zijn. Om de wereldwijde economische ontwikkeling het "juiste" pad (juist voor het menselijk individu) te laten inslaan, moet er een metamorfose van het kapitalisme plaatsvinden door de daden van individuen.

Deze metamorfose zal, vanuit z'n aard, alle mogelijke hindernissen ontmoeten. Men moet niet denken dat deze hindernissen absoluut zijn: ze geven aan hoeveel wilskracht nodig is om zo'n verandering teweeg te brengen. Zulke krachten worden geboren in het doen en kunnen niet aan de gebeurtenis voorafgaan.

Ideeën uit de toekomst

Bij het volgen van het economische pad waarop Rudolf Steiner wees, kunnen we "zien" wat hij ook zag. We kunnen dan zien wat er te doen staat op een manier die allesbehalve speculatief is. Dit is een gevolg van de verandering in bewustzijn, die het lot van de moderne mensheid is, waarop Steiner regelmatig de aandacht vestigde. De economie is zo krachtig als zij is omdat we een verandering van bewustzijn ondergaan. En deze verandering heeft een speciaal karakter: namelijk de ideeën waarmee we de toekomst creëren, zowel als de krachten om dat te doen, komen uit de toekomst en niet uit het verleden.

Hoe kan deze abstracte uitspraak concreet worden gemaakt? Door uit te voeren wat men als waar heeft leren kennen. In het geval van Steiners bijdrage aan de economie heeft dit een speciale betekenis. Het betekent dat men niet gerechtigd is vaag of onnauwkeurig te interpreteren wat hij zei, noch dat men gerechtigd is zijn zorgvuldige formuleringen te verhullen met eigen impulsen of opinies.

Men kan dit natuurlijk doen, echter niet in zijn naam. Het betekent ook dat men zijn werk niet met het kapitalistische paradigma moet verwarren, dat hij met zijn werk juist wilde metamorfoseren. Het is ook niet een kwestie van het kapitalisme een purperen tintje te geven, maar de kapitalistische maatschapppijvorm te transformeren in wat Rudolf Steiner beschreef, toen hij sprak over de wereldeconomie en de drievoudige natuur van het sociale leven.

Als we falen om dit te doen, met welk excuus dan ook, zal de markteconomie de menselijke betrekkingen binnendringen en daar de mensheid van zichzelf en van de wereld afscheiden.

We zouden niet moeten denken dat, omdat Rudolf Steiner een reeks voordrachten over de economie gaf (onder andere), daarmee zijn impuls voor een nieuwe economie verzekerd is. Zo'n impuls moet in praktijk gebracht worden om niet te "verwelken". Als we bezorgd zijn om de opkomst van de markteconomie en we de door Steiner gegeven ideeën erkennen, dan nemen we historische verantwoordelijkheid voor hun verwerkelijking op ons, of we dat prettig vinden of niet.

Het is daarom een ernstige zaak dat op dit gebied de laatste zeventig jaar zo weinig gedaan is. Het is dan ook geen toeval dat we juist nu de neergang van de Sovjet-Unie en de opkomst van de markteconomie beleven. Deze dingen zijn met elkaar verbonden.

Het is dringend nodig de door Steiner ontwikkelde ideeën op te pakken en te verwerkelijken. Het doet er niet toe door wie; misschien is het wel zo dat degenen die anderszins Steiners wereldbeschouwing delen, dat op dit punt niet doen.

Maar hoe en waar dan ook, wat hij naar voren bracht moet opgenomen worden, niet ter ere van Rudolf Steiner, maar eenvoudig omdat de onderliggende ideeën van het kapitalisme en het socialisme, en van andere paradigma's, geen levensvatbare economische ideeën zijn. Die kunnen niet leiden tot een economische structuur die recht doet aan de hele mensheid, omdat ze alle eenzijdig zijn, zowel in hun oorsprong als in hun gevolgen.

Het is niet zo dat Rudolf Steiner het "allemaal gezegd heeft" of dat hij alleen de weg uitgestippeld heeft waarlangs het kapitalisme kan worden gemetamorfoseerd. Maar hij heeft een waardevolle bijdrage toegevoegd die niet over het hoofd mag worden gezien, wat echter het geval zal zijn wanneer zij die de bijdrage erkennen, falen in de uitvoering.

Een sombere toekomst?

Zoals de zaken er voor staan, ziet de toekomst er somber uit omdat over de gehele wereld velen van hen, die erkennen wat Steiner over het economische leven zei, hun economische zaken baseren op afgezwakte of tegenstrijdige versies ervan. Als wat hij zei een toekomst moet hebben, als het moet doordringen tot de sociale omstandigheden van onze tijd, moeten zijn ideeën op radicale en precieze wijze een rol gaan spelen. Of we tegen deze taak opgewassen zijn, valt nog te bezien. We zullen op de proef gesteld worden voor zover we dat kunnen verdragen en de opkomst van de markteconomie is slechts een voorteken van de mogelijkheid die we nu ontmoeten. Het roept ons niet op om op onze lauweren te rusten maar zet ons aan om onze inspanningen te verdubbelen om te begrijpen wat Steiner aan het doen was en om onze schouders er nog eens onder te zetten. Steiner riskeerde veel door te praten over het economische leven zoals hij deed, want hij wist dat hij daarmee ook oppositie opriep. Hij wist ook dat, terwijl hij kon helpen om de mensheid de juiste economische richting te wijzen, het aan anderen toeviel om deze richting werkelijkheid te maken. Van hen hangt de verwerkelijking af van de impuls die hij bracht. Wanneer we ons met deze vraagstukken bezighouden, bevinden we ons niet in een subjectief, persoonlijk of privégebied. Wij worden opgeroepen om groter te zijn dan we zijn, om in onze daden, hoe onbetekenend ze ook mogen schijnen, historisch te zijn.

Wanneer dit niet gebeurt heeft de impuls van Rudolf Steiner weinig toekomst: en is de kans groot dat ze zal verwelken.

Opmerkingen:
- Met 'economie' wordt in dit artikel de wetenschap van de economie bedoeld.
- Een reeks lezingen: Nationalökonomischer Kurs & Nationalökonomisches Seminar, Rudolf Steiner (GA 340 & 341). Nederlandse uitgave: Economie. De wereld als één economie, 9789492326034, Nearchus CV, 2016
 

 

 

 

Dit artikel werd vertaald door Michel Bult en verscheen eerder in Driegonaal, jrg.20 nr.1 (Herfst 1994). De tekst was een bewerking van een voordracht die de auteur in maart 1994 hield in Nieuw-Zeeland en verscheen oorspronkelijk in NewEconomy (Special Edition, May/June 1994)