Christopher Houghton Budd

Economie begrijpen

Voor ieder van ons is economie niet alleen een deel van de werkelijkheid van ons bestaan maar is haast onontkoombaar ook iets geworden dat we moeten begrijpen. Met ieder ogenblik dat verstrijkt is de mens betrokken in economische activiteit.

Hoewel wij geneigd zijn om te denken dat economie een ver-van-mijn-bed-show is, het domein van deskundigen en het gebied van de rijken en machtigen, is economie in werkelijkheid heel dichtbij. Al onze handelingen hebben een economische consequentie en zijn in zichzelf economisch. Zonder tegelijkertijd en op ieder moment te produceren en te consumeren zouden we niet kunnen bestaan. De ontelbare, eindeloze activiteit van alle mensen vormen samen, om het zo te zeggen, de wereld van de economie.

De wereld van de economie wordt echter ervaren als een wereld buiten onszelf. We lezen, horen en spreken over de economische problemen van de wereld alsof deze tot ons komen vanuit een of ander voor ons onbekend gebied. We begrijpen niet dat economische gebeurtenissen door onszelf geschapen worden. We kijken naar de macht van de banken maar zien niet hoe deze macht voortkomt uit ons eigen onbewuste gebruik van geld. We 'sparen' geld, denkend dat het op een of andere manier bij de bank ligt te wachten totdat wij het weer opnemen. In werkelijkheid, natuurlijk, wordt ons geld onmiddellijk door de bank aan het werk gezet - voor doeleinden die wij al dan niet goedkeuren, maar waarin wij geen zeggenschap hebben. We spreken over inflatie alsof het een buitenaardse kracht is en zien over het hoofd dat onze eigen handelingen deze zogenaamde 'volksvijand' voortbrengen. Het is per slot van rekening zo dat maar weinig mensen géén grond zouden kopen als zij in de mogelijkheid verkeren dat te doen - en dat terwijl het 'kopen van grond' een economische onmogelijkheid is die als consequentie heeft dat waarden in opwaartse richting vervalst worden.

Economen neigen ertoe hun vakgebied als wetenschap te zien. Er is echter weinig grond voor die claim, tenzij men met 'wetenschap' doelt op de gekuiste vorm van wetenschap die kenmerkend is voor de 20e eeuw. Op de allereerste plaats is economie een beeld van de mens, een weerspiegeling van de mens. Economie is een commentaar op de mens en kan geen wetenschap zijn alvorens te erkennen dat het een bepaalde verklaring van de mens is. Zolang de speciale verbinding tussen mens en economie niet begrepen is, zal de economie in haar consequenties niet menselijk zijn en ook niet in staat om tot werkelijke inzichten te komen. Zolang economie voortkomt uit ideeën als die van de toevallige en abstracte krachten van aanbod en vraag, zijn alle claims op de wetenschappelijkheid van de economie zonder betekenis. Giswerk, dat zou een betere beschrijving van de economie zijn.

Het is natuurlijk zowel handig als gemakkelijk om economie te beschouwen als een mysterieus gebied waar alleen de ingewijden toegang toe hebben. Het vergt ook minder van ons als er mensen zijn tot wie wij ons kunnen wenden in tijden van crisis. Dat wij zowel de oorzaak als de oplossing buiten onszelf zoeken is een ongelukkige geneigdheid waarmee wij behept zijn. Ongelukkig, want zowel de oorzaak als de oplossing liggen in onszelf. Het geloof dat economie een wereld buiten onszelf is, bestaande uit krachten van buiten, is een gewoonte die wij ons niet kunnen permitteren. Door aan die gewoonte toe te geven verwaarlozen wij één van de belangrijkste verantwoordelijkheden en doelen van onze tijd: economisch bewust te worden. Ons beeld van economie als iets dat buiten onszelf ligt is een ernstig bewijs van ons falen om dé uitdaging van onze tijd te erkennen, laat staan op te nemen.


Fragment uit: Economische schetsen, Christopher Houghton Budd (Nearchus, Assen 2010)