Kies je eigen rechter
In Amsterdam en in Eindhoven zijn sinds enkele jaren ‘wijkrechtbanken’ (NRC, 29/4/22). Minder ernstige zaken (daartoe rekent men bijvoorbeeld winkeldiefstel, huiselijk geweld, schuldenproblematiek) vinden plaats in de buurt waar de verdachte woont of waar het vergrijp heeft plaatsgevonden. De bedoeling is om de rechtspraak dichter bij de betrokkenen te brengen.
De zittingen hebben een informeel karakter: verdachte, advocaat, officier van justitie, rechter en eventuele andere betrokkenen zitten samen aan tafel.
Het aanzien van de rechterlijke macht is de laatste jaren aan slijtage onderhevig. Politici hebben steeds meer moeite met de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Of verhogen de maximumstraf voor bepaalde misdrijven - wetende dat die maximumstraf in de praktijk nimmer wordt opgelegd - om zich in morele correctheid te kunnen wentelen. In een ander hoekje van de samenleving hebben veel burgers geen benul van de scheiding der machten of verlangen geen recht maar vergelding.
In De kernpunten van het sociale vraagstuk deed Rudolf Steiner een interessante ‘suggestie’ om de rechtspraak een gezonde en breed gedragen bodem te bieden.
Enigszins bekend met de sociale driegeleding is het voor sommigen soms een verrassing wanneer het hen duidelijk wordt dat rechtspraak een aangelegenheid van het geestesleven, en niet van het rechtsleven is. Grof geschetst: binnen het rechtsleven wordt democratisch bepaald ‘wat mag en wat niet mag’; in wetten en regels wordt beschreven welke daden of welk handelen als misdaad of overtreding worden gezien. Is er dan vervolgens sprake van een misdaad en komt de zaak voor de rechter, dan zijn we niet meer in het rechtsleven maar in het geestesleven - aldus de sociale driegeleding. Dat is te begrijpen wanneer het ons duidelijk is dat in het rechtsleven de gelijkheid (dat is ook: het niet-persoonlijke) leidend is, terwijl in het geestesleven vrijheid (dat is bij uitstek ook: het individuele) essentieel is.
In het vrije geestesleven, dat is eenvoudig te zien, kiezen we voor onze kinderen een school, of voor de zorg om onze gezondheid een arts, op basis van vertrouwen dat we in die school of in die arts hebben. Die keuze bepalen we op grond van wat we over die school of arts weten, om de pedagogische of medische visie van waaruit gewerkt wordt, om de kwaliteit van het onderwijs of de medische zorg. - Langs een zelfde weg zouden we ook ‘onze rechter’ kunnen kiezen.
Aan wiens oordeel zou u de zaak die tegen u wordt aangespannen willen voorleggen; in wiens oordeel heeft u vertrouwen?
Het zou niet eens heel ingewikkeld zijn om tot een dergelijke regeling te komen: instanties in het geestesleven leggen, bijvoorbeeld op regionale basis, een lijst aan met de namen van mensen uit een verscheidenheid aan levensgebieden en vanuit verschillende levens- en wereldbeschouwingen. Zij hebben met elkaar gemeen dat zij integer en van onbesproken gedrag zijn en levenservaring hebben. Elke vijf, of zeven, of tien jaar heeft elke burger de mogelijkheid om uit deze lijst (die ook periodiek vernieuwd wordt) ‘zijn rechter’ te kiezen.
Als ik dan voor de rechter gedaagd wordt, is het de rechter die ik eerder gekozen heb die mijn zaak behandelt. Daarin wordt hij bijgestaan door een of meer juristen die de betreffende zaak vanuit juridisch oogpunt onderzoeken en beschrijven. Het oordeel (schuldig, onschuldig) en de eventuele straf(maat) is echter volledig aan de rechter.
Natuurlijk, het vergt iets meer dan hier zo heel beknopt beschreven is, maar de grondgedachte is helder en ieder kan ‘proeven’ of een dergelijke vorm van rechtspraak niet een verbetering zou zijn ten opzichte van het bestaande.
Ooit was ik betrokken bij een driegeledingsinitiatief, een antroposofisch therapeuticum, waar, na een goede periode van ca 15 jaar, een conflict rees. De belangen van de betrokkenen waren existentieel. Nadat de twee partijen die in het conflict tegenover elkaar stonden hadden geconcludeerd dat zij niet tot een oplossing konden komen, vielen wij terug op de afspraken die wij in betere tijden hadden gemaakt over wat er diende te gebeuren in geval van conflict: elke partij koos een arbiter van de lijst met arbiters die wij door de jaren heen hadden opgesteld. De twee gekozen arbiters kozen samen een derde arbiter, van dezelfde lijst, bepaalden hun werkwijze, behandelden het conflict en kwamen uiteindelijk tot een uitspraak. - Het was een verdrietige zaak dat er zo een einde kwam aan een mooi en krachtig initiatief. Maar dat beide partijen zich neerlegden bij het oordeel van de arbiters, gaf aan dit einde toch nog een zekere glans - is ook een illustratie van de zinnigheid van de vernieuwing van de rechtspraak zoals hierboven kort beschreven én kan ons laten zien dat wij, daar waar wij met anderen samenwerken, direct kunnen beginnen met het vinden en vormen van recht.