Natuur - mens - geest
Het economisch proces kan alleen worden begrepen wanneer we beseffen dat de mens, door de aard van zijn wezen, tot twee werelden behoort - de wereld van de natuur en de wereld van de geest.
Zodoende heeft de economie twee taken: om uit de natuur datgene te putten dat noodzakelijk is voor het menselijke materiële leven (goederen) en om uit de geest de vermogens te putten die noodzakelijk zijn voor de individuele ontwikkeling van de mens (kapitaal). Met deze twee gedachten in het achterhoofd, is het onmogelijk om te spreken over menselijke arbeid als een economische categorie. Want dat is het niet. Natuurlijk, een mens ontwikkelt zijn vaardigheden al werkende. Er zal nooit een timmerman ontluiken uit een mens die nooit met hout werkt. Dat de mens moet werken spreekt vanzelf. Maar arbeid is niet het belangrijkste. Het belangrijkste is de ontplooiing en ontwikkeling van het individu. Economisch beschouwd, vraagt dat om kapitaal - het middel om vermogens tot uitdrukking te brengen, iets om mee te werken. We kunnen een mens er niet van weerhouden te werken, maar het is wel mogelijk hem de toegang tot het kapitaal te ontzeggen. Arbeid maakt geen deel uit van de economie. Wanneer we arbeid als een economische categorie behandelen, verdwijnt de concrete relatie tussen kapitaal en het individu uit beeld. In plaats van arbeid te kopen, zou het beter zijn het individu te kapitaliseren. Om het economisch proces te kunnen begrijpen is het niet noodzakelijk om het woord ‘arbeid’ te gebruiken; het is zelfs beter en van belang om dat niet te doen.
De moderne economische wetenschap spreekt over Grond, Arbeid en Kapitaal. Dat is misleidend. Want arbeid is geen economische categorie. Het is de mens zelf - als een zich ontwikkelend individu met vermogens en behoeften, die kapitaal en goederen nodig heeft - die de economische categorie is. Bovendien, omdat met ‘grond’ in werkelijkheid ‘natuur’ wordt bedoeld, zou de uitdrukking ‘Grond - Arbeid - Kapitaal’ moeten worden vervangen door ‘Natuur - Mens - Geest’. (‘Geest’; we hebben al laten zien dat kapitaal uit het gebied van de geest voortkomt). Door over Grond - Arbeid - Kapitaal te spreken, raakt de moderne economie uit evenwicht. Zij richt zich alleen op de wereld van de natuur, terwijl de taak van de economie ook verbonden is met de wereld van de geest. Dit ‘ongerepte’ economische moment houden we in het bewustzijn wanneer we spreken over Natuur - Mens - Geest. Met deze uitdrukking kunnen we de Toegepaste Economie betreden zonder de fundamentele gedachten-vorm van de Conceptuele Economie uit het oog te verliezen.
Met de idee van Natuur - Mens - Geest kunnen we beginnen met het stellen van meer specifieke economische vragen. Bijvoorbeeld de vraag: hoe worden waarden geschapen? Dat kan langs twee wegen. De ene is door het omvormen van de natuur (een boom die tot een tafel wordt gemaakt). De andere weg is door het omvormen van arbeid, door het verbeteren van productiemiddelen (effectiever gereedschap). De Ford autofabrieken maken niet alleen auto’s; hun beleid mikt op “voortdurende verbetering”. Het ene waardescheppende proces is het directe materiële omvormen van de natuur door de mens (het maken van auto’s). Het andere waardescheppende proces is indirect en onzichtbaar (het ontwerp verbeteren). De waarden die door het eerste proces worden geschapen, worden ‘waren’ die in de economische kringloop terecht komen. De waarden die door het tweede proces worden geschapen, worden ‘kapitaal’. In het geheel van het economisch proces worden deze twee zaken voortgebracht. Maar, hoewel kapitaal economisch in het proces van ruil tot verschijning komt, is het niet mogelijk te weten wat kapitaal-waarde en wat waren-waarde is. De mens beschikt niet over de middelen om vast te stellen aan wie deze waarden toebehoren. Op basis van zijn waarnemingsvermogen kunnen we alleen maar zeggen dat zowel kapitaal als waren aan alle mensen behoren. Dit is de conclusie van de economie voor wat betreft het eigendom van kapitaal en waren. Dat is volkomen rechtvaardig. Een ware economie zal nooit afwijken van het sociale streven van de mens.
Uit: Economische schetsen, Assen 2010, ISBN 9789073310629
Dit is een fragment uit: Christopher Houghton Budd, Economische schetsen, Assen 2010, ISBN 9789073310629