Ons brood en de wereldeconomie
De meeste mensen eten dagelijks brood en kopen het bijna dagelijks. Wat gebeurt er eigenlijk wanneer we een brood kopen? We betalen de winkelier de prijs die hij voor het brood vraagt (en in de daaropvolgende tijd eten we het op). Met de opbrengst van het brood: kan de winkelier een volgend brood bestellen en betalen. Daarnaast houdt hij een deel van de opbrengst over.
Dat besteedt hij allereerst aan de vaste uitgaven die het winkelierschap met zich meebrengt: huur van de winkelruimte, de kosten van energie en winkelinventaris, belastingen, verzekeringen, heffingen, de rekening van zijn boekhouder en tot slot houdt hij nog iets over waarmee hij en de anderen die in de winkel werken in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Ook de bakker die het brood bakte, heeft nog een en ander te betalen wanneer hij op zijn beurt van de winkelier zijn deel van de opbrengst van het door gekochte brood ontvangt. Hij moet hiervan de grondstoffen aanschaffen waarmee hij een volgend brood kan bakken: meel, water, zout. Hij moet zijn energiekosten betalen, de huur van zijn bakkerij, de afschrijving van zijn oven en andere machines, de kosten van het vervoer van het brood van de bakkerij naar de winkel, belastingen, heffingen, verzekeringen, de rekening van zijn boekhouder en tot slot houdt hij nog iets over waarmee hij en de anderen die in de bakkerij werken in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De molenaar die het meel voor het brood dat u kocht maalde, heeft ook nog een en ander te betalen wanneer hij op zijn beurt zijn deel van de opbrengst van het door u gekochte brood ontvangt. Hij moet hiervan…
Ook de boer die het graan, dat tot meel werd waarvan uw brood is gebakken, verbouwde, heeft nog een en ander te betalen wanneer hij op zijn beurt zijn deel van de opbrengst van het brood ontvangt. Hij moet hiervan…
Is dit een kunstmatig gecompliceerde voorstelling van uw aankoop van een brood? Verre van dat. De werkelijkheid is nog veel gecompliceerder: we hebben het nog niet eens gehad over de vrachtwagenchauffeur die het brood van de bakkerij naar de winkel bracht, de makers van de verpakking van uw brood, de makers van de oven die de bakker gebruikt, van de trekker van de boer, de arbeider op de rubberplantage in Indonesië die meewerkte aan het rubber dat als grondstof voor de banden van de trekker is gebruikt, de zaadhandelaar van wie de boer zijn zaaigoed betrok, de …
Zelfs de aanschaf van een zo ‘eenvoudig’ product als brood, verbindt ons met een schier eindeloze reeks van mensen, letterlijk verspreid over de hele wereld, die bij nauwkeurige waarneming bij het tot stand komen van het brood betrokken blijken te zijn.
De reeks van ‘economische gebeurtenissen’ zoals hier met een brood als voorbeeld is geschetst, hoewel nog maar heel gedeeltelijk en vereenvoudigd beschreven, is een reeks van feiten die niet gelogenstraft, maar slechts verfijnd en aangevuld kan worden. Een eerlijke economie is erop ingericht recht te doen aan deze feiten.