Een nieuwe rechtsvorm voor Odin
Odin heeft, vanaf de oprichting in 1984, altijd de commanditaire vennootschap als rechtsvorm gehad. Een vorm waarin de commanditaire of stille vennoot bedrijfskapitaal inlegt en de beherend vennoot, de ondernemer, met dat kapitaal werkt. Een heel geschikte vorm om het vermogen van de onderneming te neutraliseren, of anders gezegd: om het eigendom van de onderneming niet tot privébezit te maken. In 2012 is Odin omgevormd tot een coöperatie.
John Hogervorst stelde Odin-directeur Koos Bakker hierover enkele vragen
Waarom heeft Estafette Odin er nu voor gekozen om een coöperatie te worden?
Het bedrijf maakte een zodanige ontwikkeling door dat we met de CV vorm de continuïteit in gevaar zagen komen:
- de risico's vanwege de persoonlijke aansprakelijkheid van de beherende vennoten werden te groot en zouden het toetreden van nieuwe vennoten bemoeilijken;
- ook zochten we naar meer interactie, samenwerking en verbinding met onze stakeholders, met name consumenten en leveranciers. Binnen de vorm van een commanditaire vennootschap zijn de mogelijkheden daarvoor beperkt;
- tot slot is voor de groei van de onderneming meer eigen vermogen en financiering uit eigen middelen gewenst. Ook daartoe biedt de vorm van de commanditaire vennootschap weinig mogelijkheden, terwijl de coöperatie als rechtsvorm daar ideale mogelijkheden voor biedt.
Is het eigendom van de onderneming ook in de coöperatievorm nog steeds 'geneutraliseerd'?
De bedrijfsactiviteiten van Estafette Odin zijn ondergebracht in een besloten vennootschap (BV), de aandelen van deze BV zijn eigendom geworden van coöperatie Odin UA. Deze coöperatie was vroeger de stichting Vidar, een van de twee commanditaire vennoten in onze voormalige commanditaire vennootschap. De coöperatie is zó vorm gegeven dat aanspraak of rechten van privépersonen op vermogen of winst uit de bedrijfsactiviteiten zonder uitdrukkelijke tegenprestatie en zonder overleg en toestemming van de Ledenraad niet mogelijk zijn. Daarnaast zijn benoeming, verkiezing of wisseling van bestuur en directie van de onderneming geregeld vanuit het gezichtspunt dat mensen worden benoemd die hun ondernemende capaciteiten willen inzetten voor het algemeen belang van de coöperatie en die tevens ondernemerslid zijn. Deze benoeming wordt geaccordeerd door de Ledenraad van de coöperatie (die bestaat uit twaalf personen die door de leden worden gekozen).
Welke plaats hebben de voormalige vennoten in de coöperatie?
De coöperatie kent drie categorieën leden, namelijk:
- kapitaalleden (dat zijn rechtspersonen die lid worden en die kapitaal inbrengen, ze moeten een statutair omschreven doelstelling hebben die in overeenstemming is met de doelstelling van de coöperatie. Op dit moment is er één stichting die kapitaallid is);
- participerende leden (dat kunnen zowel natuurlijke- als rechtspersonen zijn, denk aan leveranciers, medewerkers, consumenten);
- en ondernemersleden (dat kunnen uitsluitend mensen zijn die werkzaam zijn voor een onderneming die onder de coöperatie valt. Alle voormalige beherend vennoten zijn nu ondernemerslid. Op dit moment zijn er 13 ondernemersleden).
In deze drie categorieën leden hebben we geprobeerd Geest, Kapitaal en Natuur binnen de coöperatie een plaats te geven, samen te brengen en in de juiste rol en onderlinge verhouding te plaatsen (het vermogen en initiatief van de ondernemers; de inzet en bestemming van kapitaal; en de materiële behoeften oftewel de behoefte aan en aanbod van biodynamische kwaliteitsvoeding van de participerende leden). De coöperatie heeft als opgave om evenwichtige verhoudingen te scheppen en te onderhouden door de uitoefening van haar bedrijfsactiviteiten en het aanbieden van diensten voor haar leden.
En dan kent de coöperatie nog de zogenaamde begunstigden, dat zijn personen, instellingen of organisaties die door middel van onderzoek, scholing, innovatie, voorlichting of anderszins een bijdrage leveren aan het belang van de leden of doelstelling van de coöperatie. Begunstigden worden door de Ledenraad op voorstel van het bestuur als zodanig benoemd. Op dit moment zijn er twee begunstigden, namelijk de Stichting Odin Imkerij en Stichting Vrije Handels Academie Estafette.
Zijn Geest en Kapitaal niet twee kanten van een en dezelfde medaille, zoals het vermogen en initiatief van de ondernemers en de inzet en bestemming van kapitaal ook twee kanten van een medaille zijn?
Ja, natuurlijk. Door geest en arbeid kan geoormerkt vermogen in de zin van kapitaal ontstaan. Dit kapitaal wordt weer ingezet om de andere pool van waardeschepping, namelijk de waarde die ontstaat door arbeid en natuur, mogelijk te maken, in de zin van beschikbaarstelling van productiemiddelen. Ook in de zin van opleiding en scholing. Waarden en winsten die kunnen ontstaan door de gespecialiseerde groot-en detailhandel worden naar de biologisch-dynamische landbouw gevoerd. Door de aard van de biologisch-dynamische bedrijfsvoering moet deze immers wel kostenverhogend werken omdat arbeidsdeling in de gewone landbouw tot monocultuur en dierenleed lijden. De biologisch-dynamische landbouw daarentegen biedt ons een planeet met toekomstpotentieel.
De coöperatie telt op dit moment 18 natuurvoedingswinkels, de Estafettewinkels. Sinds de zomer van 2013 introduceren jullie ‘ledenwinkels’, winkels met aparte prijzen voor mensen die lid zijn van de coöperatie. Hoe zijn de eerste ervaringen met deze 'ledenwinkels'?
Medio 2013 was onze winkel in Breda de eerste winkel waar we dit concept als pilot hebben beproefd, in het najaar volgden de winkels in Amersfoort en in Zutphen, in december volgden de winkels in Alkmaar en Bergen en inmiddels is ook onze vestiging in Driebergen ledenwinkel. Het is nog te vroeg om een precies beeld te vormen, maar inmiddels hebben zich meer dan 1000 consumenten als participerend lid aangemeld en hoewel alle winkels de afgelopen jaren een sterke groei realiseren, is in de ledenwinkels veel meer dynamiek en betrokkenheid ontstaan.
De vraag naar biologische voeding groeit constant, zelfs in tijden van economische crisis. Wat betekent dat voor de natuurvoedingsmarkt en welke rol willen jullie daar spelen?
Dat de natuurvoedingsmarkt groeit in tijden van economische crises is niet verwonderlijk. De biologische landbouw is een serieus alternatief voor de economisch-sociale crisis waarin we verkeren. En daar komen de toenemende zorgen over betrouwbaarheid en veiligheid van voedsel en de relatie met onze gezondheid en groeiend bewustzijn over de samenhang tussen leefstijl en gezondheid nog eens bij. Steeds meer consumenten oriënteren zich daarom op nieuwe waarden.
De natuurvoedingsmarkt wordt echter wel stormenderhand beïnvloed door multinationals, door pure investeerders maar ook door kapitaalkrachtige familiebedrijven met activiteiten in de gangbare voedingsindustrie. Verschillende pioniers van weleer - biologische handelsbedrijven, fabrikanten en ook winkelformules - zijn overgenomen, in binnen- en buitenland. Waarom? De natuurvoedingsmarkt is kapitaalsintensiever geworden. De pioniers hebben een gebrek aan financiële middelen en eigen vermogen, terwijl dat noodzakelijk is om door te groeien en te investeren. Er is bovendien sprake van een generatiewisseling en in een tijd met toenemende concurrentie en prijsdruk zijn er geen perspectieven voor jonge generaties. En dan zijn er ook nog pioniers-oprichters die willen cashen. De rendementen in de biologische markt zijn aantrekkelijk genoeg voor kapitaalkrachtige spelers die zo tevens de kennis van de pioniersbedrijven verwerven en deze weer gebruiken voor de eigen gangbare activiteiten of als window dressing.
Door de komst van deze grote multinationale spelers dreigen ook grondstoffenschaarste en speculatie.
Gangbare boeren aarzelen om om te schakelen want wie wil er nou biologisch produceren, met alle risico’s van dien, voor een anonieme biologische wereldmarkt met soortgelijke prijsmechanismen als gangbaar? Er is een dringende behoefte aan ketens waarin producenten en consumenten met elkaar op duurzame wijze de samenwerking zoeken. Estafette Odin wil daarin het voortouw nemen.
Je zou kunnen stellen: de afgelopen dertig jaar is met succes gewerkt aan de integriteit en betrouwbaarheid van het biologisch product. Er is wat dat betreft goede controle en regelgeving. Nu staan we voor de vraag hoe de integriteit en betrouwbaarheid van de biologische productie- en handelsketen kan worden gerealiseerd. Bij Estafette Odin zien we het als onze rol om aan te tonen dat met onze wijze van (samen)werken, dus ons verdienmodel in combinatie met onze organisatievorm en ons financieringsmodel, een reëel en vruchtbaar alternatief is. Niet in de marge maar toonaangevend en inspirerend voor de hele voedselketen in Nederland. We hopen dat we dit kunnen en mogen waarmaken. Er is belangstelling genoeg.