John Hogervorst

Over het rechtsleven

Recht begint eigenlijk al waar twee mensen samen zijn. Zodra mensen samen zijn ontstaat immers de behoefte om hun onderlinge verhouding te bepalen. Om tot afspraken en regels te komen.

Natuurlijk, in die situatie spreken we niet zo snel van ‘recht’, maar het weefwerk van afspraken en regels dat we met anderen vormen, heeft wel degelijk met ‘recht’ te maken. Dat ervaren we ook wanneer iemand bijvoorbeeld een afspraak niet nakomt, dat kan als onrecht voelen.

In de sociale driegeleding is gelijkheid het principe dat moet gelden waar recht gevormd wordt. Ieder mondig mens heeft een gelijke stem in het tot stand brengen van afspraken, wetten en regels die hem aangaan. Die afspraken, wetten en regels gelden in gelijke gevallen in gelijke mate. En: in het gebied van het recht kunnen slechts die zaken worden geregeld waarover ieder oordeelsbekwaam is.
Zo is er op drie manieren sprake van gelijkheid.

Al dan niet bewust komen we het rechtsleven -zo kunnen we het gebied van de gelijkheid noemen- op veel plaatsen tegen. In een gezin is sprake van rechtsleven, in de vorm van afspraken (die waarschijnlijk aangepast worden wanneer opgroeiende kinderen mondiger, oordeelsbekwamer, worden). Op school, in een vereniging, op het werk – overal worden menselijke verhoudingen op basis van regels en afspraken vorm gegeven.

Regels, afspraken en wetten zijn ‘heel dicht om ons heen’, we hebben bijna altijd en overal met ze te maken.  Dat betekent dat we er zelf actief aan mee kunnen vormen. Afspraken, regels of wetten die we van buitenaf of hogerhand krijgen opgedrongen, zijn niet meer van deze tijd.

Met het vormen van een gezond rechtsleven kunnen we direct aan de slag.

Oorspronkelijk gepubliceerd: website Driegonaal (29 oktober 2012)